Schaken op meerdere borden

Zo kan ik mijn werkzaamheden momenteel het beste karakteriseren. En niet alleen in de praktijk, maar ook wat betreft mijn onderzoekswerkzaamheden. In mijn vorige promotiepost vertelde ik over een eerste oriënterende analyse naar de inhoud en omvang van Pedagogische praktijk in Beeld (PiB). In de tussentijd ben ik mijn eerste artikel, een ‘systematic review’ aan het schrijven. Tot slot ben ik begonnen met het opzetten van focusgroepen met experts die ik begin volgend jaar wil interviewen.

Overzicht vanuit structuur

Stuk voor stuk mooie deelprojecten, die elk de nodige tijd en aandacht vragen op specifieke momenten. Structuur is nodig om alle processtappen van de verschillende deelprojecten goed in de tijd in te plannen. Daar waar het eerst vooral mijn eigen agenda betrof, en die van mijn begeleiders uiteraard, stem ik nu steeds meer af met anderen. Gelukkig gaat me dit goed af en vind ik de bijkomende dynamiek juist leuk!

Uitkomsten eerste analyses

De resultaten van mijn eerste analyses op een groot – geanonimiseerd – databestand van huidige PiB-gebruikers zijn veelbelovend. Ik verwacht dat we straks de uiteindelijke versie van PiB efficiënter en actueler kunnen maken. Maar deze eerste oriëntatie was niet meer dan dat. De aanpassingen aan PiB, met als doel een betrouwbaar en valide zelfevaluatie-instrument voor de kinderopvang, vraagt om meer dan analyse van huidige gebruikers.

Wat weten we al over zelfevaluatie in de kinderopvang?

Ik ben al een tijd geleden begonnen met een ‘systematic review’. Dat betekent dat ik alle relevante wetenschappelijke literatuur wat betreft zelfevaluatie in de kinderopvang ben gaan zoeken. Dat heb ik, onder begeleiding van mijn promotoren, gedaan door te zoeken in online databases en door referentielijsten van relevante artikelen te doorzoeken. Een flinke klus die uiteindelijk moet leiden tot een volledig overzicht van zelfevaluatie in de kinderopvang wereldwijd. Maar de grootste uitdaging is om mijn zoektocht en mijn conclusie systematisch op papier te zetten, zodat andere onderzoekers mijn proces exact kunnen volgen om vervolgens te bepalen of ik volledig genoeg ben geweest. Spannend natuurlijk, maar ook mooi om elkaar op deze manier scherp te houden. Ik verwacht mijn review eind dit jaar af te hebben.

Parallel heb ik drie focusgroepen opgezet. Een focusgroep is, in mijn geval, een groep diverse experts in en om de kinderopvang die mij tijdens één bijeenkomst van informatie voorzien die helpt bij het actualiseren en verbeteren van PiB. Deze vorm van kwalitatief onderzoek is nog relatief nieuw in het werkveld kinderopvang en was nog onbekend voor mij. Na een korte, maar intensieve scholing op kwalitatief interviewen ben ik in gesprek geraakt met twee collega’s van de universiteit van Leiden, een kwalitatief onderzoeker en een statisticus die mij gaan helpen PiB te optimaliseren. De data voor de focusgroepbijeenkomsten begin februari liggen vast, en de eerste versie van de interviewvragen aan de focusgroepen bespreken we binnenkort.

Tijdens mijn zoektocht in de literatuur kwam ik toevallig in gesprek met James Elicker, professor aan de Purdue University in de Verenigde Staten. Hij doet al 50 jaar onderzoek naar de kinderopvang en is gespecialiseerd in zelfevaluatie. We hebben mailcontact waarin we van gedachten wisselen over kinderopvang en zelfevaluatie. Dit is niet alleen heel leuk, maar zo waardevol om te kunnen doen met iemand die zo kundig en enthousiast is. Dit is slechts één voorbeeld van mooie gesprekken die ik heb gevoerd. Mooi om te ervaren hoeveel mensen bereid zijn te helpen.

Ja, het is nog steeds leuk

Toen ik uitsprak te willen gaan promoveren heb ik meer dan één keer de vraag gekregen of ik dat wel moest doen. Argumenten waren dan dat ik een (groot) gezin heb, dat mijn werk als pedagoog bij KindeRdam veel vraagt en ik vast wel een andere intellectuele uitdaging kon vinden die minder belastend was. Ja, natuurlijk is het druk en moet ik zorgen dat ik mijn tijd en aandacht goed verdeel, maar ik merk dat ik mijn promotietraject juist steeds leuker ga vinden. Ik krijg veel energie van de uitdaging, het afstemmen met gelijkgestemden en de link die ik help leggen tussen wetenschap en praktijk. Ik ben wel realistisch genoeg om te weten dat er echt wel moeilijke momenten gaan komen, maar so far so good!

Simon Hay
Pedagoog 

Marthe van Voorst van Beest voerde de afgelopen tijd gesprekken met PiB-gebruikers om antwoord te krijgen op de volgende vragen:

➢ Hoe ervaren de pilot-gebruikers de monitor?
➢ Wat zijn plus- en verbeterpunten?
➢ Hebben gebruikers het gevoel dat de PiB-ko hen helpt om zichzelf te professionaliseren?

Lees hier het verslag.

 

“Het echte onderzoeken kan beginnen!”

Dit is wat mijn promotoren zeiden, toen ik op het punt kwam om naast mijn literatuuronderzoek, ook daadwerkelijk data te gaan verzamelen. Mijn echte onderzoek begint nu! Hoewel ik genoten heb van alle voorbereidende werkzaamheden, is dit voor mij een mooie mijlpaal: onderzoeksgegevens uit ons zelfevaluatie-instrument ‘Pedagogische praktijk in Beeld (PiB)’ wetenschappelijk analyseren.

Waar te beginnen?

PiB is een instrument dat is gebaseerd op het ‘Veldinstrument observatie pedagogische praktijk’ van het NJi en de GGD GHOR, en op een aantal vragen uit de NCKO Kwaliteitsmonitoren 0-4 en 4-12. KindeRdam en het NJi hebben deze instrumenten geïntegreerd in de digitale monitor-omgeving van PiB. Het doel van mijn eerste deelonderzoek is om de data die met PiB is verzameld, door de verschillende aangesloten kinderopvangorganisaties, psychometrisch te analyseren. Een voorbeeld hiervan is dat ik zal nagaan of het aantal vragen van PiB verminderd kan worden zonder dat dit ten koste gaat van een goed beeld van de pedagogische kwaliteit. Want ik wil de kwaliteit van PiB behouden en tegelijk PiB efficiënter en daardoor gebruiksvriendelijker maken.

Gedegen aanpak

Maar zoals ik beschreef in mijn vorige Promotie Post, is er een gedegen plan nodig. Ten eerste is bepaald dat ik voor dit deelonderzoek genoeg heb aan de anonieme gegevens uit PiB, ik hoef niet te weten welke data van welke organisatie, locatie of groep, afkomstig is. Vervolgens heb ik een informatiebrochure gemaakt waarin ik uitleg geef over het doel van dit deelonderzoek, hoe de data verzameld wordt en wat er precies met die gegevens gebeurt. Daarna heb ik een toestemmingsverklaring gemaakt waarmee elke organisatie om deelname wordt gevraagd door de verklaring te ondertekenen. Tot slot heb ik de informatiebrochure en de toestemmingsverklaring gemaild naar alle afzonderlijke huidige PiB gebruikers met de vraag of zij willen meewerken aan mijn deelonderzoek.

En dan wachten…

Ik kan me de druk op de ‘Verzenden’-knop van die e-mails nog goed herinneren… Op dat moment gingen er allerlei vragen door mijn hoofd. Is de informatie in de brochure helder en volledig genoeg? Hoe hoog is de drempel voor organisaties om mee te willen doen aan mijn onderzoek? Hoeveel organisaties zullen uiteindelijk gaan meedoen? Ik vond het spannend omdat ik nog niet wist of ik voldoende PiB-data zou gaan krijgen, om de analyses uit te kunnen voeren.

Vertrouwen

Gelukkig kreeg ik al snel van de meeste PiB-gebruikers toestemming om hun anonieme data te mogen gebruiken voor mijn onderzoek. Sommige gebruikers hadden nog wat vragen, maar na kort overleg hebben alle organisaties die ik had gemaild, toestemming gegeven. Dat was voor mij een enorme opsteker en blijk van vertrouwen. Blijkbaar wordt het belang van mijn onderzoek gezien!

Goud in handen

Toen kwam het moment dat ik de het totale databestand ontving. Het bestond uit een hele hoop rijen en kollommen met cijfers en wat korte beschrijvingen. Het leek misschien niets bijzonders, maar ik realiseerde me dat ik goud in handen had. Dit zijn gegevens waarmee ik PiB kan verbeteren en daardoor de kinderopvang iets in handen kan geven om de pedagogische kwaliteit te verbeteren! Ik kon niet wachten om deze schat aan informatie, zo voelt het echt, te mogen analyseren. Maar toen werd ik weer met beide benen op de grond gezet en geconfronteerd met het feit dat het ruim 10 jaar geleden is dat ik voor het laatst met statistiek bezig ben geweest. Maar, ik heb de statistiekboeken afgestoft en ik heb gelukkig geduldige promotoren en een PiB-collega die statistisch erg deskundig is.

In een volgende Promotie Post vertel ik graag over de uitkomsten van mijn analyses!

Simon Hay
Pedagoog

Ethische vraagstukken

In mijn vorige Promotie Post vertelde ik over de beoordeling van mijn onderzoeksvoorstel door de Ethiekcommissie. Ik ben blij te kunnen vertellen dat mijn voorstel op de valreep van 2020 officieel is goedgekeurd door de Ethiekcommissie! Het was een flinke klus om goedkeuring te krijgen. In deze post beschrijf ik in het kort de lange weg die ik ervoor heb afgelegd.

Wetenschappelijke integriteit

Ter voorbereiding heb ik meerdere cursussen gevolgd en mijn onderzoeksvoorstel op een aantal punten aangevuld en aangescherpt. De cursus die mij het meest is bijgebleven, ging over wetenschappelijke integriteit. Bij mijn aanstelling als promovendus heb ik een document ondertekend waarin ik beloof onderzoek te doen volgens de gedragscode wetenschappelijke integriteit. Tijdens de verdediging van mijn proefschrift (over een paar jaar…) zal mijn promotor mij opnieuw wijzen op de verantwoordelijkheden die horen bij wetenschappelijk onderzoek.

Voor deze cursus heb ik het document Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit gelezen; maar liefst 32 pagina’s. In het document wordt uitgelegd dat wetenschappelijk onderzoek aan 5 principes moet voldoen: eerlijkheid, zorgvuldigheid, transparantie, onafhankelijkheid en verantwoordelijkheid.

Blij met de strenge toets

Dit zijn flink wat eisen, die ook streng in de gaten worden gehouden door de Ethiekcommissie. Zij doen dit vóórdat ik aan mijn onderzoek begin, maar ook door collega-onderzoekers tijdens mijn onderzoek. Ook wanneer ik een artikel in een wetenschappelijk vakblad wil laten plaatsen, wordt mijn artikel door onafhankelijke collega’s beoordeeld op deze 5 principes, zgn. peer-review. Verder wordt er beoordeeld of ik niet, zonder juiste bronvermelding, ideeën van anderen gebruik en voordoe als mijn eigen ideeën (plagiaat) of dat ik data of resultaten ‘verzin’.

Eerlijk gezegd ben ik blij met de strenge toets! Het is belangrijk dat onderzoekers, en zeker beginnende onderzoekers zoals ik, in een omgeving terecht komen waarin integer wetenschappelijk onderzoek wordt gedaan en er op de 5 principes wordt gecontroleerd. Als onderzoeker heb je altijd te maken met verschillende belangen en je maakt keuzes in de manier waarop jij jouw resultaten presenteert. Het is essentieel dat dit op een zuivere en onafhankelijke manier gebeurt en dus is het goed dat er andere mensen met mij meekijken.

Wetenschappelijk integer van start gegaan

Ik ben inmiddels begonnen de literatuur die ik voor mijn onderzoek wil gebruiken, op een systematische en transparante manier op te zoeken. Dit doe ik door een systematic literature review uit te voeren. Via een vast protocol zoek ik naar geschikte literatuur en elke afweging die ik maak om een publicatie wel of niet te gebruiken, verantwoord ik. Voor de buitenwereld wordt dus duidelijk welke informatie ik heb gebruikt en waarom ik informatie wel of niet meeneem in mijn onderzoek. Ik ben dus al meteen ‘wetenschappelijk integer’ van start gegaan!

De volgende stap is dat ik een artikel schrijf over de literatuur die ik heb gevonden. Het artikel laat ik dan beoordelen door onafhankelijke collega’s. Maar dat duurt nog even. Er gaat flink wat tijd in zitten om alles eerlijk, zorgvuldig, transparant, onafhankelijk en verantwoord op papier te krijgen! 😊

Simon Hay
Pedagoog

 

Hoe mijn reis begon…

Sinds 2014 werk ik bij KindeRdam als pedagoog. Al snel raakte ik geïnteresseerd in de vraag hoe wij de pedagogische kwaliteit van de kinderopvang kunnen verbeteren. Ik heb de mogelijkheid gekregen om op onderzoek te gaan naar werkwijzen die goed bruikbaar zijn in de praktijk. Met andere woorden: pedagogische handvatten die voor de pedagogisch medewerkers, pedagogisch coaches en managers handig zijn én informatie opleveren. Daarmee kunnen we de pedagogische kwaliteit verbeteren.

Pedagogische praktijk in Beeld

Dit is geen gemakkelijke, maar wel een mooie en uitdagende zoektocht. Een zoektocht die heeft geresulteerd in een samenwerking met het Nederlands Jeugdinstituut én de ontwikkeling van ons zelfevaluatie-instrument ‘Pedagogische praktijk in Beeld’, PiB. Ondertussen wordt PiB gebruikt door 13 andere kinderopvangorganisaties door heel Nederland.

Door mijn ervaring met PiB en uit de ervaringen van de andere organisaties is gebleken dat PiB prettig werkt voor pedagogisch medewerkers. Het helpt pm’ers écht reflecteren op hun pedagogisch handelen en de omgeving die zij kinderen bieden.

Ik bleef zitten met de vraag:

Wordt de pedagogische praktijk echt verbeterd door het gebruik van PiB?

Dat is geen gemakkelijke vraag om te beantwoorden. Ik ben met mensen gaan praten: collega’s, vakgenoten, wetenschappers, inspectie en ouders. Dat was inspirerend, maar een antwoord hebben de gesprekken mij niet echt opgeleverd. Dat kon natuurlijk ook niet. Ik kwam tot de conclusie dat ik zelf antwoord wilde leren geven op mijn vraag. Daarvoor kan ik niet leunen op mijn beperkte wetenschappelijke kennis van de masteropleiding. Ik besloot om te gaan promoveren. En zelf onderzoeksvaardigheden te ontwikkelen om mijn vraag te kunnen beantwoorden.

Promoveren

KindeRdam biedt mij de komende jaren de mogelijkheid om grotendeels binnen werktijd aan mijn onderzoek te mogen werken. Mijn scriptiebegeleider vanuit de universiteit van Leiden, Harriet Vermeer, wilde mij als promovendus begeleiden en ook bijzonder hoogleraar kinderopvang Ruben Fukkink wil mij ondersteunen. Ik vind het erg bijzonder hoeveel steun ik vanaf het eerste moment heb gekregen!

In januari van dit jaar ben ik vol goede moed van start gegaan. Ik heb een onderzoeksvoorstel geschreven en heb dit ter goedkeuring ingediend bij de Ethiekcommissie. De Ethiekcommissie beoordeelt onder andere of ik voldoende rekening houd met de ‘belasting’ van deelnemers aan mijn onderzoek en of ik alle privacyregels goed in acht neem. Dit is een belangrijke mijlpaal; volgens mijn begeleiders kan ik dan beginnen aan het leukste gedeelte: onderzoek doen. Ik ben al gestart met literatuur zoeken en ik heb ook al een opleidingsplan voor mijzelf geschreven. Samen met mijn begeleiders heb ik cursussen uitgekozen om mijn onderzoeksvaardigheden meer te ontwikkelen.
Ik moet flink aan de bak de komende jaren

Ik heb veel zin in mijn onderzoek. Via deze Promotie Posts geef ik regelmatig een update en neem ik jullie graag mee ‘op reis’.

Simon Hay
Pedagoog

In nummer 3 van dit jaar van het vakblad Management Kinderopvang verscheen een stuk over PiB. Download hier de pdf-versie.

In het mei/juni nummer van 2018 van Bestuur Beleid Management en Pedagogiek in het Kindcentrum verscheen een stuk aan de hand van Simon Hay. Download hier de pdf-versie.

In Management Kinderopvang verscheen in November 2018 een artikel over de monitor bij KindeRdam Rotterdam. Download hier de pdf-versie.